Baruch Spinoza was een Joods-Nederlandse filosoof van Portugese Sefardische afkomst. Door het leggen van de basis voor de verlichting van de 18e eeuw en moderne bijbelse kritiek, inclusief moderne opvattingen over het zelf en het universum, werd hij beschouwd als een van de grote rationalisten van de 17de-eeuwse filosofie. Kijk hieronder voor 30 meer geweldige en interessante feiten over Baruch Spinoza.
1. Samen met René Descartes was Spinoza een toonaangevende filosofische figuur uit de Nederlandse Gouden Eeuw.
2. Spinoza's voornaam, wat 'gezegend' betekent, verschilt per taal.
3. Spinoza's magnum opus, de 'Ethiek', werd postuum gepubliceerd in 1677.
4. Zijn werk was in tegenspraak met Descartes 'filosofie over het dualisme van het mind-lichaam en verdiende Spinoza-erkenning als een van de belangrijkste denkers van de westerse filosofie.
5. Spinoza groeide op in een Portugese joodse gemeenschap in Amsterdam.
6. Hij ontwikkelde zeer controversiële ideeën over de authenticiteit van de Hebreeuwse Bijbel en de aard van het goddelijke.
7. Joodse religieuze autoriteiten geven een 'helden' tegen hem, waardoor hij op 23-jarige leeftijd effectief wordt gemeden door de Joodse samenleving.
8. Zijn boeken werden later op de 'Index of Forbidden Books' van de katholieke kerk gezet.
9. Spinoza leefde een uiterlijk eenvoudig leven als een lens-slijper, die zijn hele leven beloningen en eerbetoon naliet, waaronder prestigieuze onderwijsposities.
10. Hij stierf op de leeftijd van 44 naar verluidt van longziekte, misschien tuberculose of silicose verergerd door de inademing van fijn glasstof tijdens het slijpen van optische lenzen.
11. Hij ligt begraven op het kerkhof van de christelijke Nieuwe Kerk in Den Haag.
12. Spinoza was de tweede zoon van het echtpaar Miguel de Espinoza en Ana Dbora in Amsterdam.
13. Zijn vader was een succesvolle Portugese Sefardische Joodse handelaar.
14. Zijn moeder stierf toen hij zes jaar oud was.
15. De jonge Spinoza was bedreven in vele talen, namelijk Portugees, Hebreeuws, Spaans, Nederlands, Frans en Latijn.
16. Opgegroeid in een traditioneel Joods huishouden, bereikte hij zijn vooropleiding van Keter Torah Yeshiva.
17. Onderwezen door zowel conventionele als progressieve leraren, bereikte hij het beste van beide richtingen.
18. Hij was een briljante student, met de capaciteiten om rabbijn te worden. Echter, de slechte en ongelukkige dood van zijn oudere broer bracht hem ertoe onderwijs op te geven en in plaats daarvan in 1650 bij het familiebedrijf betrokken te raken.
19. In 1653 begon hij Latijn te studeren bij Frances van den Ended. Frances was een vrije denker, die Spinoza op een nieuwe manier van denken introduceerde, waardoor hij ramen van de scholastieke en moderne filosofie voor hem opende.
20. Na de dood van zijn vader in 1654, wijdde hij 11 maanden aan het reciteren van Kaddish, of aan het Joodse gebed van de rouw.
21. Hij weigerde de erfenis en gaf in plaats daarvan alles door aan zijn zuster, Rebekah.
22. Hij leidde korte tijd het familie-importbedrijf, dat tijdens de Eerste Engelse Oorlog in Anglo een immense financiële crisis doormaakte.
23. Om zich van de schuldeisers te bevrijden, verklaarde hij zich een wees en liet hij afstand van de plichten van het bedrijf.
24. Hij erfde de nalatenschap van zijn moeder en stapte over om zich volledig toe te leggen op filosofie en optica.
25. Hij nam de Latijnse naam Benedictus de Spinoza aan en begon als leraar te werken. Dit was een belangrijke fase in zijn leven toen hij door de antiklerikale sekte van Remonstrants aan het rationalisme werd blootgesteld.
26. Spinoza was getuige van anti-kerkelijke groepen die rebelleerden tegen de traditionele dogma's.
27. Blootstelling aan een nieuwe denkwijze hielp hem zijn eigen ideologieën te vormen waardoor hij confrontaties kreeg met de autoriteiten en die van het traditionalisme..
28. Hij verhief vaak een stem tegen de traditionalist waardoor hij in 1656 door de gemeente Talmud Torah werd verbannen vanwege zijn radicale theologische opvattingen die hij in het openbaar tot uitdrukking bracht en het gevaar van vervolging of verdrijving waar de Amsterdamse joodse gemeenschap mee te maken had vanwege hun associatie met hem.
29. Uiteindelijk stopte hij met het bijwonen van de synagoge en vervolgens sprak hij zijn gevoelens van wrok en vijandigheid jegens het jodendom uit.
30. Post het verbod en zijn uitzetting uit Amsterdam, hij bleef kort in het dorp in Ouderkerk aan de Amstel en keerde kort daarna terug naar Amsterdam.